Groen en geel!

Als ik iets niet wil lijken dan is het wel een zeur of een verongelijkt persoon. Dat is dan ook de reden dat ik, in ieder geval dat probeer ik, sommige vervelende ervaringen in winkels of instellingen met medewerkers van mij af laat glijden. Als je bij elk incident je gelijk moet gaan halen of ergens tegenin gaat, dan ben je wel even bezig. Maar toch lukt het mij niet altijd om, zoals de Engelsen zo mooi zeggen: turn the other cheek, toe te passen. Dan ben ik echt te verbaasd of het gaat mij echt te ver. Dan zeg ik er wat van. Sowieso maak ik hier dingen mee waar mijn mond af en toe flink van open valt.

Dit voorval speelt zich af in de lokale telefoonwinkel van een telefoongigant met een rood/wit logo. Het lijkt mij niet moeilijk om uit te vogelen welke provider dat is. Maandelijks stap ik bij deze winkel naar binnen om mijn mobiele telefoon op te laden voor 5 euro waardoor ik er weer flink op los kan bellen en vooral kan internetten (dat berekenen ze ineens in euro, maar dan wel naar lei omgerekend. Vraag mij niet waarom dat zo is). Dit kan natuurlijk ook online, maar ik doe het nog steeds zo. Dan activeren zij ook nog van allerlei codes waar ik nog steeds de ballen van snap. Het is mij al eens gebeurd dat ik iets niet had aangeklikt en toen was ik in één dag al door mijn beltegoed heen.

Al een flinke tijd werken daar dezelfde vrouwen, best jong nog. De dertig zijn ze volgens mij nog niet gepasseerd of misschien net. Nou, niet echt enorme lachebekjes, maar misschien word je ook niet echt vrolijk om de hele dag aan een desk te zitten, maar ja, het is maar net wat je er zelf van maakt, denk ik dan. Vriendelijk of vrolijk winkelpersoneel is hier trouwens sowieso zeldzaam. Als je een aardig persoon treft, of in ieder geval vrolijk, is dat best bijzonder. Dat vertel ik dan thuis als een nieuwtje. Terug naar de telefoonwinkel. Gisteren waren de dames met zijn drieën. Er is een nieuwe medewerkster. Zij spreekt mij aan dus ik richt mij tot haar. ‘Buna ziua,’ zeg ik. ‘Ik zou graag twee telefoons willen opwaarderen.’ Ik zoek het nummer van Gabriels telefoon op, want dat nummer ken ik niet uit mijn hoofd, en begin het op te lezen. ‘Ik kan alleen uw telefoon opwaarderen als u gepast betaalt,’ valt de verkoopster mij in de reden. ‘Oh, maar ik het niet gepast’, zeg ik. ‘Ik heb alleen een briefje van 100 Lei.’ ‘Dan kan het niet,’ zegt de ervaren medewerkster die naast de nieuwe kracht zit. ‘Dan moet u even gaan wisselen,' zegt ze. Haar hele houding en blik straalt uit van: zo, bekijk het maar. Take it or leave it! Geen speld tussen te krijgen.

‘Maar, eh, even hoor...’ ga ik verder. Ik voel dat mijn bloed lichtjes begint te koken. ‘Als ik mij niet vergis ben ik hier in een winkel en in een winkel daar koop je iets met geld, toch? Is het dan niet jullie taak om te zorgen dat er wisselgeld is? Dat is toch jullie verantwoordelijkheid, dat kan je toch niet bij de klant neerleggen? Er is nota bene een bank aan de overkant. Daar kan één van jullie dan toch even naartoe lopen? Met zijn drieën zitten ze achter hun desk en ik ben de enige klant op dat moment. De vrouw blijkt onvermurwbaar. Als ik beltegoed wil moet ik eerst zelf maar gaan wisselen. ‘U kunt ook met de pin betalen,’ mengt de derde vrouw zich in het gesprek. En natuurlijk kan dat, maar dit wordt nu een principekwestie voor mij.

‘Dan wil ik graag de manager spreken,’ zeg ik,  maar wat ik al vermoed is juist. Eén van de drie is de manager. Daar kom ik dus niet verder mee. Deze discussie zal ik niet winnen dus ik vertrek. ‘Ik kom hier dus niet meer terug, hè,' roep ik nog terwijl ik de winkel verlaat. Met een vileine stem zegt de verkoopster: 'o zi frumoasa', wat een fijne dag betekent.

Die ongelooflijk passieve houding van winkelpersoneel kom ik hier toch vaak tegen. Trouwens niet alleen in winkels, hoor. dat lijkt hier wel ingebakken. Mensen doen wat ze moeten doen, maar even net dat ene dingetje extra doen, dat ene stapje harder lopen? No way, ik dacht het niet!

‘Ah, verdorie, nou is mijn telefoon niet opgeladen!’ zegt Gabriel geïrriteerd. ‘Jezus, mama, maak je toch niet zo druk. Wat verwacht je nou, dit is Roemenië!’ Allebei mijn kinderen zijn, wat dat betreft, al veel meer door de wol geverfd en gewend aan de Roemeense way of life. Daar heb ik duidelijk af en toe nog flinke moeite mee. 

 


 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Roemeens Pasen

Ik doe het niet meer!