Lopje
Voordat
ik er erg in heb zit ik bij thuiskomst, na even in Nederland en
België geweest te zijn, gelijk weer in mijn oude, vertrouwde patroon
en ritme. Om half zeven loeit de wekker, de kinderen moeten wakker
worden gemaakt, ik verzorg het ontbijt en ik breng ze naar school. De
laatste schoolweek van het schooljaar 2018/2019 breekt aan. Eenmaal
weer thuis ruim ik de ontbijtboel op, zet ik de wasmachine aan (vele
wasjes zullen er volgen want in mijn afwezigheid puilt de wasmand
uit) en ik doe de afwas. Ter afleiding luister ik naar het laatste
nieuws op mijn telefoon.
Zie
ik dat nou goed? Staat er buiten het hek een politieauto en wat is
dat voor busje dat ernaast staat? Ik pak mijn zojuist dichtgeknoopte
vuilniszak op en loop ermee naar buiten en gooi hem in de klikko. Nu
zie ik het busje goed en ik herken de tekst die op de zijkant ervan
geschreven staat. Het behoort toe aan een bedrijf die straathonden
oppakt. De honden worden eerst verdooft en daarna in het busje gestopt en
naar een hondenkennel gebracht. Dat is in ieder geval wat ik mij heb
laten vertellen. De honden worden twee weken vastgehouden zodat ze
eventueel geadopteerd kunnen worden. Als niemand ze wil hebben dan
worden ze geëuthanaseerd. Oh nee, ze nemen toch niet onze
straathond Lopje mee? Ik schiet in paniek.
Lopje
is een straathondje dat al zo'n drie jaar bij ons huis
rondhangt. In het begin hebben wij elk contact met hem afgehouden
want als je eenmaal een straathond te eten en te drinken geeft dan
kom je er meestal niet meer vanaf. Dan blijft hij terugkomen. Ook
bestaat de kans dat je andere straathonden aantrekt met je eten en
voordat je het weet zit je met een roedel voor je deur. Zeker als ze
met zo velen zijn is dit best gevaarlijk. Maar ja, probeer jij maar
eens een straathond die in de bloedhitte of in de ijzige kou niets te
eten en te drinken heeft te negeren. Dat is verdomd lastig. Het arme
beest heeft er natuurlijk niet om heeft gevraagd om als oud vuil bij
ons voor de deur te zijn achtergelaten.
'Wat
doet u daar', vraag ik aan een man die met zijn neus richting onze
boomgaard staat te kijken? 'Wat?' Hij kijkt mij wat verbaasd aan. 'Eh,
ik vang honden', zegt hij, en hij kijkt van mij weg. In de boomgaard
verblijft onze Lopje. 'Eh,' begin ik een gesprek met de zojuist uit
zijn auto gestapte politieagent, 'wij hebben hier een hondje rondlopen
dat wij altijd eten geven en dat dat terrein als zijn territorium
beschouwd,' wijzend op onze boomgaard. ' Het is eigenlijk niet onze
hond en iemand heeft hem bij ons voor de deur achtergelaten, maar wij
vinden hem zo zielig dus geven wij hem eten. Zou ik even mogen kijken
of hij in het busje zit? Als dat zo is dan wil ik hem eruit hebben en
hem adopteren.' Ik merk dat ik een bibber in mijn stem heb van de
emoties. Mijn verhaal moet in erg onsamenhangend Roemeens raar
klinken in de oren van de agent. 'Doet u maar rustig aan mevrouw,'
zegt de agent met een rustgevende stem. De buurman die regelmatig zijn beklag doet over onze Lopje komt aangelopen. 'Zit Lopje in
het busje?' vraag ik aan hem. 'Dat zou heel goed kunnen,' zegt hij. 'Mag
ik misschien even in de bus kijken?, vraag ik aan een hondenvanger die
zojuist uit zijn busje stapt. Ik word compleet genegeerd en de deur
blijft voor mij gesloten. Pottenkijkers willen ze niet. 'Wij laten
onze honden tenminste steriliseren,' ga ik verder tegen de agent. 'Veel
mensen doen dat niet en zij dumpen elke keer honden op straat. Laatst
lagen er verderop in de greppel wel acht puppy's. Die zijn er niet
vanzelf gekomen. Die zijn er gewoon neergelegd.'
Ook
Mircea komt poolshoogte nemen, afkomend op het aanhoudende geblaf van
onze eigen honden bij het hek. Zodra hij één voet buiten het hek
zet ziet hij net een hondenvanger onze boomgaard uit komen lopen met
onze Lopje in zijn hand geklemd. De hondenvanger lijkt wel een jager
die trots zijn buit toont. Lopje heeft meer iets weg van een fazant
of een konijn dat zojuist is geschoten. Helemaal slap en met zijn tong
bungelend uit zijn bek wordt hij in de greppel gegooid. Dat zijn
buikje op en neer beweegt is het enige teken dat hij leeft want hij
lijkt wel dood.
Ooit
heb ik bij de burgemeester van ons dorp mijn beklag gedaan over
zoveel straathonden die ineens rond ons huis hingen. Veel honden hadden zich verzameld rondom een vrouwtje dat loops was.
Het liep echt uit de klauwen want wij deden 's nachts echt geen oog
dicht door al het geblaf. Hij liet weten dat hij alleen honden van
straat kon halen, maar niet de honden die op de velden verblijven.
'Omdat dit privéterreinen zijn heb ik daar geen bevoegdheid toe,' zei
hij destijds. Hoe is het dan mogelijk dat een hondenvanger van ons
terrein af komt lopen met een zojuist gevangen hond? Dat lijkt mij niet mogen.
'Deze
hond gaat niet met het busje mee,' zeg ik. Ik denk meteen aan mijn
kinderen. Hoe vertel ik hun dat Lopje er ineens niet meer is? Dat hij
ons bij thuiskomst niet kwispelstaartend staat op te wachten zodra
wij onze auto het pad opdraaien? Smachtend naar een stukje brood? Dat
wil ik hun niet aandoen. In de tijd dat wij hier wonen hebben wij al
van teveel honden en poezen afscheid moeten nemen. 'Ik adopteer deze
hond,' zeg ik tegen wie het wil horen. 'Dat is goed,' zegt de agent,
'maar dan moet je hem wel binnen het hek houden of hem vastmaken aan
een ketting. Hij mag in ieder geval niet meer los op straat lopen.'
'Hé hé!' Nu komt de hondenvanger in actie. 'En die kosten voor de
verdoving dan? Wie betaalt dat?' vraagt hij. Waarschijnlijk baalt hij
dat hij deze hond niet kan meenemen aangezien je per hond ongeveer
honderd euro incasseert.
De
hond is op ons terrein verdoofd en eraf gehaald en nu moeten wij geld
betalen? Dit is in mijn ogen de omgekeerde wereld, maar om verder
geen gezeik te krijgen betalen wij het bedrag van 70 lei, omgerekend
zo'n 15 euro.
De
buurman die er al die tijd bijstaat is duidelijk 'not amused' met ons
besluit om Lopje te houden. Hij is degene die ons meermaals heeft
aangesproken over de hond. Hij zou hem telkens aanvallen, hij zou
agressief zijn. De enige passant waar Lopje wel eens naar blaft is
naar een verdwaald paard of naar een loslopende koe. Ik heb hem nooit
agressief gezien richting wandelaars of fietsers. In het weekend zie
je veel recreanten voorbij fietsen en nooit blaft hij naar deze
mensen.
Het
duurt een aantal uur voordat Lopje bijkomt uit zijn verdoving. Hij
weet zich geen raad met de ketting waar hij ineens aan vast zit.
Voortdurend bijt hij erin in de hoop het door te bijten wat niet
lukt. In onze tuin kan hij niet blijven omdat dit het territorium is
van onze hond Polar (ook een manneje).
Lopje verblijft nu in de boomgaard (wat niet omheind is met een hek). Op de grond hebben wij een lange ijzeren draad gespannen
waar hij, vastzittend aan de ketting toch wat bewegingsvrijheid heeft. Aan het
eind van de middag laten wij hem los zodat hij even zijn benen
kan strekken en een stuk kan gaan hollen. Hij komt tot nu toe elke
keer terug naar zijn hok want daar krijgt hij zijn eten. Het lijkt
erop dat hij zijn lot heeft geaccepteerd want hij
protesteert niet meer als ik zijn halsband vastmaak bij terugkomst
van zijn dagelijkse wandeling. Het was zo'n ondernemend hondje dat
heel wat kilometers maakte op een dag en nu zit hij aan de ketting.
Treurig om te zien. Of vast
aan een ketting of de dood tegemoet. Voor heel wat andere honden was
deze keus er simpelweg niet. Daar krijg ik wel een naar gevoel van in
mijn buik.
Uitermate herkenbaar verhaal. Woon zelf al dertien jaar in Roemenië en laatste jaar landelijk even buiten Sibiu. Ook hier veel honden en de moeilijke afweging omtrent eten geven en hoe veel en hoe vaak. De meeste zijn heel lief en vaak ook heel schuw.
BeantwoordenVerwijderenDe onlogica en lage moraal in dit land ken ik helaas ook, de hypocrisie en het intens stomme onlogische gelul en ranzig opportunisme als leidraad voor gedrag.
Het is een mooi land en de meeste mensen zijn best aardig, maar anderzijds nog een hoop te leren hier in termen van moraal en logica.