'Moet toch kunnen, even bellen!'

Als je in Roemenië eens naar een overheidsinstantie gaat dan word je met een beetje ongeluk kortaf of heel bot te woord gestaan. Als de mensen vriendelijk tegen je zijn dan valt dat echt op. Zo moest ik laatst naar het belastingkantoor in de stad om mijn ziektekosten voor een aantal maanden te betalen. Dat gaat hier als volgt. Eerst betaal je deze bij het belastingkantoor en daarna moet je naar een ander kantoor in de stad, zeg maar het Roemeense ziekenfonds, waar een medewerkster (meestal altijd een vrouw) de gegevens, die je zojuist van het belastingkantoor hebt gekregen, in de computer verwerkt. Het is niet mogelijk dat iemand bij het belastingkantoor deze gegevens per computer direct kan doorsturen naar het Roemeense ziekenfonds. Nee, dat moet je in eigen persoon doen. Nu heb ik nog geluk dat deze twee handelingen in dezelfde stad plaatsvinden. Tot voor kort moest ik naar twee verschillende steden. Weinig efficiënt zullen wij maar zeggen.

Bij het belastingkantoor werd ik eerst heel vriendelijk door een dame verwezen naar een hokje achterin de hal waar zich een kassière zou bevinden. Daar moest ik betalen. Dit klopte. Verscholen in een donkere hoek van de hal zaten twee dames achter glazen raampjes. Ik ben ik niet groot, maar zelfs ik moest bukken om door de opening van het raam één van de vrouwen te woord te staan. Veel communicatie bleek niet nodig want de vrouw wist precies waarvoor ik kwam. Ik hoefde haar alleen even te melden voor hoeveel maanden ik wilde betalen en zij begon heftig op het toetsenbord van haar computer te tikken. Dit allemaal onophoudelijk kletsend tegen iemand door haar telefoon die al die tijd tussen haar oor en haar schouder vastgeplakt zat. Ik hoorde al snel dat het geen zakelijk telefoontje was, want er werd veelvuldig 'iubita mea' ('mijn lieverd'  in de vrouwelijke vorm) gezegd. Ik gokte dat ze met haar dochter zat te kletsen. Kennelijk was zij klaar met het invoeren van mijn gegevens want ze gooide het zojuist door de printer uitgespuugde stuk papier naar de vrouw die tegenover haar bureau zat. De vrouw links achter het glazen raampje. Ik wilde nog even informeren of ik deze handeling niet ook vanuit thuis per internet kon doen? Ik kreeg een blaffende 'nee' en zij vervolgde haar gesprek. Het was dus de bedoeling dat ik bij de andere vrouw betaalde. Voordat ik al mijn papierwerk weer netjes in mijn mapje had gestopt en de twee stappen naar links zette, naar het andere hokje, ging ook bij deze mevrouw haar telefoon. Zij nam deze natúúrlijk op en niets in haar reactie wees erop dat ze dit telefoontje snel zou afkappen. Ze begon er vrolijk op los te kletsen. Af en toe even afgeleid omdat zij mij om wat extra Lei vroeg zodat zij mij makkelijker mijn wisselgeld kon geven. Het gemaakte papier werd mijn kant op gepleurd en dat was het dan. Geen 'fijne dag', geen 'tot ziens', helemaal niets van dat alles. Geen contact meer mogelijk. Ik deed een stap achteruit en zag daar twee telefonerende dames zitten in een door tl-bakken verlicht kantoor in een donkere hoek van de hal. Buiten vielen de mussen van het dak, maar daar hadden zij geen notie van.

Nu moest ik alleen nog naar het Roemeense ziekenfonds. Gelukkig werkt daar een hele vriendelijke vrouw die mij altijd helpt. Ik weet precies in welke kamer ik moet wezen. Als er iemand voor mij aan de beurt is dan wacht ik even op de gang. Dat is andersom trouwens niet altijd het geval. Deze keer kwam ik bij het kantoor aan, maar mijn 'lieve' medewerkster bleek met vakantie. Waar moest ik dan heen, vroeg ik aan de kassière van het kantoor? Zonder op of om te kijken: 'Kamer 4'! Oké, kamer 4 dus. Nu was ik niet de enige die op de gang bij kamer 4 moest wachten. Er waren veel wachtenden voor mij. Een wat oudere medewerkster met een zonnebril op, het was een hele donkere gang, liep op ons wachtenden af. Aan iedereen vroeg zij waarvoor hij of zij was gekomen. Zo ook aan een jonge vent die in de rij voor mij stond. Ik begreep het niet helemaal, maar ik hoorde haar wel vragen op een kattige toon of hij nou werkloos was of dat zijn vrouw dat was. Deze vent leek de situatie wat ongemakkelijk te vinden met al die luisterende oren en werd tijdens het antwoorden van zijn vragen rood in zijn gezicht en nek. De volgende persoon werd gesommeerd een of ander formulier in te vullen en werd weggestuurd. Hoezo privacy?! Een meneer voor mij in de rij bleek voor hetzelfde te zijn gekomen als ik. De medewerkster rukte de papiertjes uit mijn handen en liep kamer 4 binnen. De man riep nog achter de vrouw aan wat hij nu moest doen. 'Je mag naar huis', riep zij vanaf een afstand. Dat gold dan ook voor mij. Alleen wilde ik die papiertjes graag terug hebben omdat ik geen kopie van de papiertjes gemaakt had en ik deze wel nodig heb. Mijn 'vriendin' maakt altijd twee kopietjes ter plekke, maar toen ik deze mevrouw duidelijk maakte dat het de originele papiertjes waren, liet zij mij weten dat ik daarvan kopietjes moest maken. 'Waar zou ik dat dan moeten doen', vroeg ik haar? Dat moest ik ergens aan de andere kant van een of ander park in de buurt doen. Ik werd meteen al chagrijnig. Van deze mevrouw hoefde ik geen medewerking te verwachten. Er stond in dat kantoor wel een kopieerapparaat. Ik vroeg haar om mijn papiertjes dan maar weer terug te geven en vroeg haar wanneer haar 'leuke' collega terug zou komen. Dat bleek een paar dagen later het geval te zijn. Ik kwam liever snel nog een keer helemaal terug naar de stad dan in de bloedhitte op zoek te gaan naar een kopieerwinkel. Daar stikt het wel van in Roemenië, maar dat wilde ik die dag niet meer. Laat maar zitten.

Gisteren moest ik voor Mircea in de stad een of ander pakket ophalen wat hij had besteld en kon ik dit gelijk met het ziekenfondskantoor combineren. Gelukkig zat mijn 'vriendin' weer op haar vertrouwde, naar sigarettenrook ruikende, kamer (mag in Roemenië ook niet meer hoor bij overheidsinstellingen) en voerde binnen 'no time' mijn gegevens in haar computer in. In de tussentijd wees zij mij en Alina op de inhoud van een kast die achter haar stond. Hierin stonden allerlei beauty artikelen uitgestald van een of ander Amerikaans merk. Op haar bureau lagen folders waarin de prijzen van deze artikelen vermeld stonden. Bij haar zou je al dit moois kunnen bestellen. Ik heb al deze spullen ook al eens bij de vrouw, waar ik de kabel televisie betaalde, zien liggen. Een extra 'business' naast je gewone werk. Daar kijkt hier niemand van op geloof ik.
Wij deden heel enthousiast over de spullen, maar kochten niets. Nu ben ik weer voor een tijdje bevrijd van al deze dames, maar in oktober moet ik weer. Niet echt een uitje!





Reacties

  1. Bekend traject, al betaal ik meestal 1 maal per jaar. Als je het bedrag precies weet kan het tegenwoordig ook via de bank.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Groen en geel!

Roemeens Pasen

Ik doe het niet meer!